VOOR EN NA HET MEESTERWERK

In Voor en na het meesterwerk volgt dichter Joost Zwagerman nauwgezet de ontmoetingen van zijn muze, de ‘jij’, met een aantal sleutelwerken uit de beeldende kunst. In Amsterdam bevindt deze ‘jij’ zich plotseling in de bocht van de Herengracht van Gerrit Berckheyde; in Portugal draagt zij badkleding blauwer dan het blauwste blauw bij Yves Klein. Zo buitelen in Voor en na het meesterwerk de kunstenaars en kunstwerken over elkaar, met als bindend element de levenslustige lyriek van een kunstverliefde minnenzanger.

Joost Zwagerman (1963-2015) was schrijver, dichter en essayist en publiceerde meer dan vijfentwintig boeken. In de loop van de jaren maakte hij gedichten bij werken van tal van beeldend kunstenaars, onder wie Rob Scholte, Rineke Dijkstra, Emo Verkerk en Koos Breukel. In 2010 verscheen van hem de dichtbundel Beeld verplaatst, waarin al zijn gedichten zijn verzameld die hij maakte naar aanleiding van of in reactie op kunstwerken van alle kunstenaars met wie hij samenwerkte.

Joost Zwagerman en Harald Vlugt (1957) werkten in de loop der tijd samen aan een groot aantal projecten, waaronder de leporello-uitgave TGV, en de bibliofiele uitgave De nomade. In Voor en na het meesterwerk is Vlugt dé beeldend kunstenaar bij uitstek wiens uitbundige collages perfect de buiteling van kunstenaars en kunstwerken in de gedichtenreeks verbeelden.

De speciale editie Voor en na het meesterwerk verscheen als eerste deel in de reeks 99 Editions (oplage: 99 ex.).

De speciale editie bestaat uit een publicatie – met negen gedichten van Joost Zwagerman en bijbehorende collages van Harald Vlugt – plus een multiple van Harald Vlugt, vrij naar werk van Roy Lichtenstein, afmeting 42 x 31.5 cm, materiaal: 3 mm MDF, eveneens in een oplage van 99 exemplaren.

De officiële boekpresentatie en opening van de tentoonstelling met collages van Harald Vlugt bij Galerie Vous Etes Ici in Amsterdam vond plaats op 15 juni 2014. De tentoonstelling werd geopend door Benno Tempel, directeur Gemeentemuseum Den Haag. Joost Zwagerman las drie gedichten uit de bundel voor, waaronder een over Willem De Kooning: